De Racewagen

Het eerste en grote gebod

racecar

Een man had een geweldige raceauto ontworpen. Het apparaat zag er fantastisch uit. Zijn topsnelheid was fenomenaal en zijn acceleratie ongekend. De details van het ontwerp waren alleen aan de man zelf bekend, maar iedereen sprak er over en deed zijn best om de wagen te leren kennen en begrijpen.

Elke race, waar de wagen aan mee deed werd door hem gewonnen. Anderen, die zich voor de races inschreven, zagen zich op voorhand al verliezen als deze super racer zich ook liet inschrijven.

Een sponsor had het zo ver gekregen dat de auto ook op shows en tentoonstellingen gepresenteerd mocht worden. De auto werd gewassen en geboend en op een verhoging gezet. Spotlights en een geweldige aankleding maakten de auto nog mooier dan hij al was. En iedereen kwam om de auto te zien en er samen mee op de foto te worden gezet.

De man was niet zo blij geweest met het tentoonstellen. Hij zag de auto liever op de weg met hem zelf er in. Aan het eind van elke tentoonstelling probeerde hij de auto weer mee te krijgen, maar bijna altijd waren er al weer nieuwe contracten getekend voor volgende presentaties.

Er waren al vele maanden voorbij gegaan, dat de auto niet meer gereden had, behalve dan om van de vrachtauto waarin hij vervoerd werd naar het podium te komen van weer een volgende tentoonstelling.

De man werd bozer en gefrustreerder. Hier had hij de auto niet voor gemaakt. Dat was niet het doel. En laat op een avond, eigenlijk al na sluitingstijd van de tentoonstelling, liep hij nog één keer langs de auto. Terwijl de suppoosten iedereen naar buiten loodsten, kijk hij lang naar de auto en zei, haast onhoorbaar vanuit het diepst van zijn hart:
"Wat ik er ook voor moet doen:
racen zul je!"

In Marcus 12:30 en 31 staat het volgende:

"Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is één, en gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht. Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod, groter dan deze, bestaat niet."


Vaak wordt dit als een gebod gezien, maar voor wie in gehoorzaamheid met God leeft is het meer dan dat: het is een belofte, een profetie. Hij wil dat we tot ons doel komen en we zijn geschapen om in een liefdesrelatie met Hem te leven. Om dat te herstellen heeft Hij zijn eigen Zoon over gehad. Reken maar dat het niet alleen een opdracht is. Het is een belofte, die hij in het begin al heeft gemaakt en daar komt Hij niet op terug. Luister goed: Hij is nu niet anders dan toen, Hij is één!

Vraag Hem om meer liefde voor Hem. Hij zal het geven. Het is Zijn hartsverlangen.